Een roep in de seculiere woestijn

Nederland is een land waarin de vrijheid voor iedereen beschermd wordt. Toch is vrijheid niet vanzelfsprekend, ook niet in het Nederland van nu. Zo kunnen de mensenrechten ‘vrijheid van meningsuiting’ en ‘bescherming tegen discriminatie’ botsen.

Foto overzichtspagina lesmodules: De Blauwe Moskee Amsterdam, bron: Wikimedia Commons

Een groot thema als ‘vrijheid’ heeft verschillende lagen en perspectieven, dus je kunt er op verschillende manieren naar kijken. De geschiedenis van de wereldoorlogen laat ons zien hoe mensen leefden zonder vrijheid. Deze vorm van (on)vrijheid krijgt veel aandacht op 4 en 5 mei. Wij leven in een land waarin de vrijheid voor iedereen beschermd wordt. Toch is ook in deze tijd in ons deel van de wereld vrijheid niet vanzelfsprekend. Zo botsen de mensenrechten ‘vrijheid van meningsuiting’ en ‘bescherming tegen discriminatie’ vaak met elkaar in debatten en op sociale media. PVV-leider Geert Wilders is in 2020 schuldig bevonden aan groepsbelediging naar aanleiding van zijn ‘meer of minder Marokkanen’-uitspraak op een partijcongres in 2014. Terwijl Wilders zich beriep op zijn vrijheid van meningsuiting, zag het gerechtshof het als onnodig kwetsen van een groep. Hoewel hij schuldig werd bevonden heeft hij geen straf gekregen. Het gerechtshof zag een (gevangenis)straf als overmatig leed voor Wilders. Dit laat zien hoe gecompliceerd zaken liggen als het gaat om ‘vrijheid’. De vrijheid van de één kan voor de ander juist vrijheidsbeperking geven. Waar ligt de grens? En hoe moet de Trias Politica (wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtsprekende macht) omgaan met vrijheid in een pluriforme samenleving?

Nederland heeft een lange geschiedenis als het gaat om het opkomen voor gewetensvrijheid, ofwel de vrijheid om zelf te mogen denken wat men wil. Deze vorm van vrijheid is voor het eerst vastgelegd tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), die woedde tussen het katholieke Spanje en een aantal protestantse Nederlandse gewesten. In 1579 sloten deze Nederlandse gewesten een verdrag af, de Unie van Utrecht. In dit verdrag stonden voorwaarden voor samenwerking om gezamenlijk de Spanjaarden te kunnen verslaan. Aangezien de verschillende gewesten verschillende varianten van het protestantse christendom aanhingen, werd in het verdrag ook opgenomen dat iedereen gewetensvrijheid had; de vrijheid om te geloven wat men wilde geloven, zonder hierom vervolgd te kunnen worden. De vrijheid van geweten is het begin van het vrijheidsdenken in de Lage Landen. Het duurde nog enkele eeuwen voordat een verdere uitbreiding van vrijheid voor alle groepen in Nederland zou gaan gelden.

De Tachtigjarige Oorlog bezorgde de Lage Landen onafhankelijkheid en daarmee de mogelijkheid tot zelfbestuur. In het dagelijks bestuur bleek al snel dat ‘vrijheid’ op verschillende manieren werd uitgelegd. Vrijheid was prima zolang het bij het geweten bleef. Problematischer was het als uitingen van die vrijheid in het openbaar plaatsvonden. Voor minderheidsgroepen was het niet toegestaan om in het publieke domein, op straat dus, te laten zien wie ze waren en wat ze geloofden. Zo mochten katholieken twee eeuwen lang geen kerken bouwen in het protestantse Nederland. Ook het houden van katholieke processies (religieuze optochten) was verboden. Om dit soort discriminatie tegen te gaan werd ruim twee eeuwen na de Unie van Utrecht, in 1796, de scheiding van kerk en staat uitgeroepen.

Eind achttiende eeuw kregen katholieken het recht om eigen kerken te bouwen, maar kerkklokken luiden en processies op straat waren nog steeds verboden. De uitspraak ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ lijkt uit die tijd te stammen. Uiterlijk vertoon werd niet gewaardeerd. De protestantse Nederlanders, die in de meerderheid waren, zagen het nut niet van al die poeha. Zij bestempelden katholieken als achterlijk en bijgelovig, ook al zijn beide groepen christelijk.

Halverwege de negentiende eeuw was het bijna overal in Nederland toegestaan om op zondag de kerkklokken te luiden als aankondiging van de mis. Toch was er nog steeds weerstand. De grootste groep in de samenleving beleefde het klokgelui als een religieuze belediging van henzelf, als geluidsvervuiling en simpelweg als onsympathiek. Het geluid dat veel mensen tegenwoordig als ‘onderdeel van de Nederlandse cultuur’ ervaren werd dus in het verre verleden moeilijk geaccepteerd. Datzelfde lijkt nu te gebeuren bij de azan.

Nederland is een seculiere staat. Dat is een staat waarin religies geen inhoudelijke invloed hebben op de regelgeving van het land en waarin de leiders van het land zich niet inhoudelijk mogen bemoeien met religies. In het kort wordt dit ‘scheiding tussen kerk en staat’ genoemd, maar het ligt iets gecompliceerder dan dat. Een volledige scheiding is niet mogelijk, omdat religieuze organisaties (kerk) zich aan de wet (staat) moeten houden. En andersom moet de staat soms uitspraken doen over religieuze praktijken als deze te maken hebben met het publieke domein. Alles heeft te maken met de term ‘vrijheid’ en waar de grenzen van die vrijheid liggen.

De basis van de vrijheid in Nederland staat in Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet (PDC, a):

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Met andere woorden: de vrijheid die de ene persoon heeft, geldt óók voor de andere persoon. Hier mag geen uitzondering op worden gemaakt. Als katholieke kerken op zondag hun klokken mogen luiden als aankondiging van de mis, dan mogen andere religieuze groepen ook geluid maken om de dienst aan te kondigen. Wanneer dit verboden wordt voor de een en niet voor de ander, is er sprake van discriminatie. Naast Artikel 1, gaat Artikel 6 dieper in op de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (PDC, b):

1. Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

2. De wet kan ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.

Artikel 6 benadrukt de vrijheid voor gelovigen, mits men binnen de wet blijft handelen, maar legt ook een beperking op. In het tweede deel is toegevoegd dat de staat bepaalde zaken die zich in het publieke domein afspelen kan verbieden. Een verbod kan alleen als het bijvoorbeeld de gezondheid van mensen op straat kan aantasten. Als een volledige scheiding tussen kerk en staat niet mogelijk is, wat is dan het nut van die scheiding?

De scheiding tussen kerk en staat is bedoeld om alle groepen in Nederland te beschermen tegen de seculiere overheid, in hun recht om zich te uiten in het publieke domein. Het is de rol van de seculiere overheid om te controleren of groepen, zoals religieuze groepen, binnen de grondwet handelen en gelijk behandeld worden binnen de samenleving. Dit heet constitutioneel secularisme. Hier gaat het niet om gevoel maar juist om de wettelijke rechten en plichten.

In de praktijk leggen mensen het ‘seculier zijn’ van Nederland vaak zo uit dat dús religies hier niet thuishoren, tenminste niet op straat. Religie hoort achter de voordeur en men moet vooral anderen er niet mee opzadelen. Deze denkvorm over secularisme heet cultureel secularisme. Een groot verschil met constitutioneel secularisme is dat cultureel secularisme een mening geeft over hoe een seculiere cultuur eruit hoort te zien.

In Nederland is de manier van denken hierover mede gevormd door politicus Pim Fortuyn, die in zijn interviews progressieve waarden als tegenpool neerzette van religies. Met progressieve waarden wordt onder meer het Verlichtingsdenken bedoeld, waarbij de rede, wetenschap, moderniteit en vooruitgang belangrijk zijn. Een aantal progressieve waarden zijn bijvoorbeeld: gendergelijkheid, vrijheid en gelijke verdeling van welvaart. Pim Fortuyn zette daartegenover ‘de terugkeer van religie’, waardoor religies ouderwets en achterhaald leken. In Nederland ging het imago van álle religies ineens lijken op het imago van de katholieken in de negentiende eeuw.

De in toenemende mate seculiere Nederlandse bevolking heeft het idee gekregen dat religie achterhaald is. Maar internationale onderzoeken laten zien dat de wereld grotendeels religieus is. De verwachting is zelfs dat in 2050 ruim 85% van de wereldbevolking zich religieus zal noemen. Het vertekende beeld in Nederland ontstaat doordat cultureel seculiere ideeën het goed doen op sociale media, in debatten en in de krant. Daardoor horen Nederlandse burgers verreweg het meeste over deze vorm van secularisme. Die is dus gestoeld op een mening en niet op de grondwettelijke situatie in Nederland.

Gebaseerd op het onderzoeksmateriaal van Pooyan Tamimi Arab

Het was vrijdagmiddag en de zon scheen. De kinderen bij Kinderdagverblijf het Zandkasteeltje in stadsdeel Slotervaart in Amsterdam waren heerlijk buiten aan het spelen. Ineens hoorden zij vreemde klanken. Het was een soort gezang. Een aantal kinderen herkenden het en keken blij naar de overkant van de straat, naar waar het geluid vandaan kwam. Dit hadden ze nog nooit zo gehoord in Nederland! De andere kinderen waren vooral verbaasd over het gezang dat ze hoorden. De medewerkers van het Zandkasteeltje deelden veelbetekenende blikken met elkaar. Het was zover. Ze hadden hier al over gelezen in de krant en op sociale media. De azan was nu ook doorgedrongen tot hun deel van de stad. De Blauwe Moskee aan de overkant riep via de luidsprekers op tot het vrijdagmiddaggebed. Het belangrijkste gebed van de week.

De versterkte oproep tot gebed met een menselijke stem, de azan, wordt door nagenoeg alle moslims gezien als een onvervangbaar ritueel. De azan is gekoppeld aan twee van de vijf zuilen van de islam. De vijf zuilen zijn de vijf belangrijkste pijlers waar het geloof op gestoeld is. Dit zijn:

  1. Shahada, de geloofsbelijdenis;
  2. Salat, het rituele gebed;
  3. Zakat, liefdadigheid;
  4. Ramadan, vastentijd;
  5. Hadj, pelgrimage naar Mekka.

De azan speelt een rol bij twee van die pijlers: de shahada en de salat. Niet alleen de woorden van de azan zijn van belang in het belijden van het geloof, ook het letterlijk horen ervan is van belang. Zowel bij de geboorte als de dood worden de woorden van de azan gefluisterd in het oor, zodat een persoon zijn leven begint en eindigt met God. Dat de azan belangrijk is voor moslims is onmiskenbaar.

Als vakantieganger in een land waar overwegend moslims wonen hebben niet moslim-Nederlanders geen probleem met de islamitische gebedsoproep. Het wordt een ander verhaal als zij de azan horen vanuit hun eigen achtertuin. Het laten klinken van de azan in het Nederlandse geluidslandschap stelt de religieuze tolerantie en het maatschappelijk fatsoen in Nederland op de proef. Het is niet alleen een versterking van een oproep, maar een versterking van de islam an sich. Reacties hierop zijn verschillend. Als voor de Aksa Moskee in Den Haag mensen worden geïnterviewd over de azan haalt een oudere man zijn schouders op: “Als ze een gebouw mogen hebben, waarom dan niet meteen een gebedsoproep?” Een jongeman denkt daar anders over: “Dit is niet meer normaal. Dit is Nederland niet meer.” De vraag is: in hoeverre is de Nederlandse samenleving klaar voor deze volgende stap naar pluriformiteit?

De Nederlandse samenleving is een seculiere samenleving. In de publieke ruimte, zoals op straat, hebben alle groepen dezelfde rechten. De ‘kleur’ van de overheid mag daar geen invloed op hebben. In 2013 heeft Geert Wilders parlementaire vragen gesteld over de versterkte azan. Het antwoord van de toenmalige minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher was eenduidig: “Het principe van de scheiding tussen kerk en staat houdt in dat de overheid religies of wijzen van geloofsbelijdenis niet discrimineert of de een rechten geeft die zij een ander verbiedt.” Artikel 6 van de Nederlandse grondwet geeft het recht om gelovigen op te roepen om naar het heilige gebouw te komen of te gaan bidden. Het bekendste voorbeeld zijn de kerkklokken op zondagmorgen, maar ook de azan valt hieronder. Vanuit een constitutioneel seculier perspectief (dus vanuit de grondwet bekeken), hebben alle moskeeën in Nederland het recht op een versterkte gebedsoproep, voor alle gebedsmomenten, dus vijf keer op een dag en zeven dagen in de week. Maar de gelijke rechten voor de azan ten opzichte van klokgelui betekent nog niet dat de azan vanuit een cultureel perspectief als gelijk wordt gezien.

Sinds de jaren ‘80 van de twintigste eeuw wordt de versterkte azan gebruikt door een aantal moskeeën in Nederland, maar nooit voor álle gebedsmomenten. In 2017 maakte nog geen 10% gebruik van hun recht op de versterkte azan, en dan meestal één keer in de week op vrijdag. Hoewel ze het recht hebben de azan te versterken, kiezen moslims hier niet voor vanwege de sterke negatieve reacties van de niet-islamitische buurtbewoners. Ook binnen de islamitische gemeenschap is tweestrijd over de versterkte azan. Voor een deel van hen is de versterkte azan niet alleen gelinkt aan de vijf zuilen, maar ook aan het recht om zich thuis te mogen voelen in de Nederlandse samenleving. Anderen willen de gebedsoproep niet opdringen aan mensen die het niet willen horen. De azan lijkt hierin een nieuwe rol te krijgen, namelijk die van identiteits- en cultuurijkpunt van Nederlanders. Er is een gevoel van nostalgie dat twee kanten heeft: nostalgie naar hoe het vroeger was in Nederland én nostalgie naar het thuis voelen in Nederland.

Een veel gehoord argument is dat religie achter gesloten deuren hoort en niet in de publieke ruimte. Gezien de inhoud van Artikel 6 is hier sprake van een mening, niet van een wettelijke uitleg van het seculiere Nederland. Het verbieden van religieuze uitingen in de publieke ruimte, zoals dit argument impliceert, kan óók gezien worden als een vorm van onderdrukking van moslims die de azan willen laten horen. Als de versterkte azan verboden wordt, dan moet hetzelfde gelden voor katholieken die een processie willen houden. Religie achter gesloten deuren zou een einde betekenen van het luiden van kerkklokken bij bruiloften of begrafenissen en zet een streep door het immens populaire spektakel The Passion. Voor velen gaat dit te ver. Toch vinden ze een versterkte azan niet nodig, zeker omdat de huidige technologieën genoeg alternatieven bieden, zoals een app op de smartphone. Mensen die vanuit dit perspectief redeneren maken onderscheid tussen religieuze geluiden en uitingen die naar hun idee thuishoren in Nederland (zoals vanuit het christendom) en geluiden en uitingen die hier niet thuishoren (zoals de azan). Ondanks de (grond)wet gaan tegenstanders op zoek naar argumenten op grond waarvan de versterkte azan verboden kan worden. Ze kijken dan bijvoorbeeld naar artikel 6 van de Grondwet. Artikel 6 spreekt over een aantal uitzonderingen, waardoor het recht ingeperkt kan worden (PDC, b):

De wet kan ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.

In de publieke ruimte spreekt men onder meer van (geluids)overlast, wanneer geluid boven de 70 decibel uitkomt. Verschillende groepen hebben tevergeefs geprobeerd aan te tonen dat de versterkte azan hier bovenuit kwam. Tot op heden is er ook geen sprake van ‘wanordelijkheden’, waardoor de versterkte azan op grond van Artikel 6 verboden kan worden. De jongeman bij de Aksa Moskee in Den Haag noemde eens het horen van de azan ‘niet meer normaal’ en niet passend in het Nederlandse geluidslandschap. Toch is het de Nederlandse grondwet die juist de vrijheid van religieuze uitingen beschermt.

In de afgelopen twintig jaar is het religieuze landschap van Nederland zichtbaar aan het veranderen. Steeds meer katholieke kerken organiseren processies, net zoals de Hare Krishna. Daarnaast openen sikh, joden, hindoes en mormonen hun eigen heilige gebouwen. Dit gebeurt allemaal gelijktijdig met de ontkerkelijking van de Nederlandse meerderheid. De bewering dat Nederland een homogeen christelijk land is, is dus niet meer hoog te houden. Tweehonderd jaar geleden was het luiden van de kerkklokken verboden. Wie weet is over tweehonderd jaar de versterkte azan op vrijdagmiddag net zo normaal als het horen van de klokken op zondagochtend. Nederland heeft vrijheid hoog in het vaandel staan. Zolang mensen die vrijheid belangrijk vinden en blijven beschermen zal dit consequenties met zich meebrengen. Religieus of levensbeschouwelijk pluralisme is een noodzakelijk gevolg van die vrijheid.

Samenvoeging van boek en onderzoeksmateriaal van Pooyan Tamimi Arab (2017a; 2017b; 2015; Verkaaik & Tamimi Arab, 2016)

‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ is een veel gehoorde uitdrukking in Nederland. Het is ook een uitdrukking die onduidelijkheid schept en zelfs ongemak kan veroorzaken. Want was is normaal? En wie bepaalt dat?

Nederland is een seculiere rechtsstaat, in de volksmond vrij vertaald naar: scheiding tussen kerk en staat. Het idee dat religie ‘achter de voordeur’ hoort en vooral niet zichtbaar moet zijn in het publieke domein heeft hier sterk mee te maken (Tamimi Arab, 2017a, p. 13). Maar is dit terecht? Een seculiere rechtsstaat is niet hetzelfde als een seculiere samenleving. Welke vormen van secularisme zijn er? Hoe zien wij die terug in het publieke debat en in de besluitvorming in Nederland over religieuze uitingen in het publieke domein?

De azan (oproep tot gebed in de islam) geeft aan dat het tijd is voor het gebed. Het horen van de azan raakt de ziel van de gelovige moslim; de oproep brengt hem in de gemoedstoestand waarin hij helemaal gericht is op zijn geloof (Tamimi Arab, 2017a, p. 21). Het laten hóren van die oproep en er gehoor aan geven is een fundamenteel deel van religies als het christendom en de islam (ibid.). Vrijheid van godsdienst en oproepen tot gebed zijn in een seculier land grondwettelijk beschermd. Het laten klinken van de azan zou dus geen problemen moeten opleveren. Toch zijn er mensen die zich ongemakkelijk voelen zodra moskeeën aankondigen dat zij de azan door middel van luidsprekers gaan laten horen. Burgemeester van Amsterdam Femke Halsema benadrukte in het AD dat een versterkte oproep mag, maar voegde daaraan toe dat zij dat niet nodig vond (Koops, 2019). Het argument van de woordvoerder van de Blauwe Moskee om de islam meer te normaliseren in Nederland wuifde Halsema weg. Dan zou de azan in het Nederlands moeten worden uitgesproken, vond ze. Daarnaast gebruikte ze het veelgenoemde argument dat er tegenwoordig azan-apps bestaan, waardoor de oproep sowieso niet meer noodzakelijk is. Halsema gaf hier argumenten vanuit een cultureel seculier standpunt, terwijl van politici wellicht verwacht kan worden dat zij redeneren vanuit het constitutioneel seculier standpunt.

Een vaste definitie van secularisme is moeilijk te geven. In Nederland wordt het veelal uitgelegd als scheiding tussen kerk en staat, maar wat houdt dit precies in? De module Het seculiere paradigma van Omstreden Zaken gaat uitgebreid in op de definiëring van secularisme, secularisatie en seculier. Door een scheiding te maken tussen cultureel secularisme en constitutioneel secularisme is het mogelijk om de verschillende aspecten binnen het begrip te duiden. Deze lesmodule laat zien hoe het seculiere paradigma verweven is met de discussie rond de azan.

Cultureel secularisme is de eigen interpretatie van wat een seculiere samenleving is (Verkaaik & Tamimi Arab, 2016, p. 252). Zo’n interpretatie is dus heel subjectief.  Het idee dat religie achter de voordeur hoort en niet in het publieke domein past is zo’n interpretatie die we terugvinden in het debat rond de azan.


Tamimi Arab schreef een boek over de versterkte oproep tot gebed, dus via luidsprekers (2017a). Hij beschrijft daarin de eeuwenlange verboden op katholieke rituelen zoals het luiden van kerkklokken en het houden van processies, en maakt vergelijkingen met de huidige weerstand tegen de azan.

Sinds de zestiende eeuw heeft Nederland officieel gewetensvrijheid, maar dit betekende niet dat men vanaf toen deze vrijheid ook mocht uiten op straat. Katholieken, die een minderheid waren, hebben twee eeuwen lang geen kerken mogen bouwen (p. 53), en processies op straat waren al helemaal ondenkbaar. De scheiding tussen kerk en staat in 1796 was bedoeld om een einde te maken aan sociale en politieke discriminatie op basis van religie, niet om religie te bannen uit het publieke domein (p. 58).

Eind achttiende eeuw kregen katholieken het recht om eigen kerken te bouwen, maar openlijk vertoon was niet toegestaan in het protestantse Nederland. In de negentiende eeuw werden katholieken bestempeld als achterlijk en bijgelovig (p. 59). Dezelfde argumenten zijn nu nog steeds in gebruik wanneer het gaat over uitingen van religie in het openbaar (Adieu God?, 2015; McKenna, 2017). De polemiek is weinig veranderd, alleen zijn het nu niet-religieuze mensen die deze argumenten aanvoeren; zij zetten religie tegenover de waarden en normen van een vrije Westerse democratische samenleving. In de grote grondwetsherziening van 1848, onder leiding van en onder protest van Thorbecke, werd officieel een processieverbod opgenomen. Wel kregen katholieken voor het eerst het recht om op zondag de kerkklokken te luiden, mits de gemeente daartoe toestemming had gegeven (Tamimi Arab, 2017a, p. 61). Ondanks dat pasverworven recht was er weerstand; veel mensen beleefden het luiden van de kerkklokken, net als de azan nu, als het zich auditief opdringen in de publieke ruimte, religieuze belediging, geluidsvervuiling en simpelweg als onsympathiek (p. 58). Het cultureel seculiere argument dat ‘kerkklokken altijd bij de Nederlandse cultuur hebben gehoord’ valt hiermee volledig weg.

De sentimenten zoals hierboven geschetst zijn gebaseerd op cultureel secularisme. Politici, talkshowhosts en journalisten werken allemaal vanuit een idee hoe het seculiere Nederland er in hun ogen uit hoort te zien, en zij projecteren hun ideeën op de publieke ruimte. Constitutioneel secularisme daarentegen is een manier van kijken naar secularisme die zich baseert op de Nederlandse grondwet. Ruim honderdvijftig jaar na het eerste koninklijk besluit door Koning Willem I (pp. 49, 66) werd bij de grondwetsherziening van 1983-1988 een speciaal artikel toegevoegd, waarin ook rekening werd gehouden met de azan. De tekst van dat artikel is:

Klokgelui ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden en lijkplechtigheden, alsmede oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, zijn toegestaan. De gemeenteraad is bevoegd ter zake regels te stellen met betrekking tot duur en geluidsniveau (artikel 10, wet openbare manifestaties).

Bij constitutioneel secularisme is de interpretatie van de scheiding tussen kerk en staat anders dan bij cultureel secularisme. Het constitutioneel secularisme ziet die scheiding als manier om de religieuze en niet-religieuze bevolking te beschermen tegen de seculiere overheid, in hun recht om zich al dan niet publiekelijk religieus te uiten (Verkaaik & Tamimi Arab, 2016, p. 254). De reactie van burgemeester Halsema op de azan van de Blauwe Moskee geeft haar interpretatie weer van seculier Nederland, ook al benadrukt ze dat het wettelijk mag. Hiermee legt zij de vinger precies op de zere plek waar deze module over gaat. Constitutioneel secularisme telt niet mee in de leefwereld van mensen, cultureel secularisme wel. Jongeren worden overladen met cultureel seculier gedachtegoed, zeker als het gaat om omstreden zaken als de azan in Nederland. Zij kunnen hun eigen (cultureel seculiere) idee pas toetsen wanneer zij bekend zijn met het constitutioneel secularisme en besef hebben van de grote betekenis van de azan voor moslims.

Adieu God? (2015). [Film].

Al Abdalla, S. (2019, februari 23). De eerste moslims in Nederland. Opgeroepen op november 4, 2019, van Net in Nederland: https://www.netinnederland.nl/informatie/nieuws/2019/de-eerste-moslims-in-Nederland.html

Algemeen Dagblad (Red.). (2015, september 23). Moskou opent grootste moskee van Europa. Opgeroepen op november 4, 2019, van AD.nl: https://www.ad.nl/buitenland/moskou-opent-grootste-moskee-van-europa~a181d1d2/

Amsterdamse moskee begint met versterkte oproep tot gebed, maar is zeker niet de eerste. (2019, november 8). (NOS) Opgeroepen op januari 2, 2020, van NOS.nl: https://nos.nl/artikel/2309517-amsterdamse-moskee-begint-met-versterkte-gebedsoproep-maar-is-zeker-niet-de-eerste.html

Beekers, D. (2017). Rode burcht, Jezuïetenkerk, moskee. In O. Verkaaik, Gods huis in de steigers (pp. 193-217). Amsterdam: Uitgeverij AUP.

Beekers, D., & Tamimi Arab, P. (2016). Dreams of an Iconic Mosque: Spatial and Temporal Entanglements of a Converted Church in Amsterdam. Material Religion, 12(2), 137-164.

Bonjour, S. (2008). Ambtelijke onmin rond gezinnen van gastarbeiders. Tijdschrift van sociale en economische geschiedenis, 5(1), 101-127.

Bouwman, W., van Eijnatten, J., Kootte, T., van der Laan, M., van Lieburg, F., Schriemer, I., & Staal, C. (Red.). (2010). Geschiedenis van het christendom in Nederland. Zwolle: Uitgeverij Waanders; Museum Catharijneconvent.

De Boer, G. (2018, februari 22). Oproep tot gebed vanuit de Fatihmoskee (Rozengracht – Amsterdam). Opgeroepen op november 18, 2019, van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=4qGnWG2Xn4I

Den Ouden, J. (2020). Het didactische model van Clive Erricker: een conceptuile benadering van het vak Godsdienst/Levensbeschouwing. In M. Van Dijk – Groeneboer, & et al., Handboek Vakdidactiek Levensbeschouwing & Religie (pp. 332-340). Studio.

Enschede test geluid van gebedsoproep. (2016, januari 23). (NOS) Opgeroepen op januari 2, 2020, van NOS.nl: https://nos.nl/artikel/2082351-enschede-test-geluid-van-gebedsoproep.html

Erricker, C. (2010). Religious Education: A conceptual and interdisciplinary approach for secondary level. New York: Routledge.

Gerechtshof Den Haag. (2020, september 4). Gerechtshof veroordeelt Wilders voor ‘minder Marokkanen’ uitspraak. Opgeroepen op september 7, 2020, van de Rechtspraak: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Gerechtshoven/Gerechtshof-Den-Haag/Nieuws/Paginas/Gerechtshof-veroordeelt-Wilders-voor-minder-Marokkanen-uitspraak.aspx

Historiek. (2020, januari 27). Unie van Utrecht (1579) – Politiek verbond van de Noordelijke gewesten. Opgeroepen op september 14, 2020, van Historiek: https://historiek.net/unie-van-utrecht-1579-betekenis/74900/

Jansen, I. (Regisseur). (2010). Hoger dan de Kuip [Film].

Jansen, Y. (2010). Secularisme, scheiding tussen kerk en staat en de islam , http://eutopiainstitute.org/2011/03/scheiding-van-kerk-en-staat-en-de-bestuurlijke-praktijk-in-frankrijk-de-relevantie-van-de-frans-algerijnse-geschiedenis/

Kennedy, J., & Valenta, M. (2006). religious pluralism and the dutch state: reflections on the future of article 23. In W. van de Donk, A. Jonkers, G. Kronjee, & R. Plum (Red.), Geloven in het publieke domein: verkenning van een dubbele transformatie (pp. 337-351). Amsterdam: Amsterdam University Press.

Koops, A. (2012, juni). Dialoogvaardig: Een didactiek voor het begeleiden van dialogen in het onderwijs. Narthex, 36-41.

Koops, R. (2019, oktober 29). Halsema vindt versterkte gebedsoproep Blauwe Moskee niet van deze tijd. Opgeroepen op januari 3, 2020, van AD: https://www.ad.nl/amsterdam/halsema-vindt-versterkte-gebedsoproep-blauwe-moskee-niet-van-deze-tijd~a7658e06/

McKenna, J. (2017, december 2). God is Unconvincing to Smart Folks. Opgeroepen op januari 5, 2020, van Huffoist: https://www.huffpost.com/entry/god-is-unconvincing-to-sm_b_13359362?guccounter=1

Meijer, M. (2019, oktober). Leerlingen zelf leren dialogiseren. Narthex, 19, pp. 50-57.

Mijn moskee is top (2012). [Film].

PDC. (a). Hoofdstuk 1: Grondrechten. Opgeroepen op september 14, 2020, van De Nederlandse Grondwet: https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vkugbqvdq7wh/hoofdstuk_1_grondrechten

PDC. (b). Artikel 6: Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Opgeroepen op september 14, 2020, van De Nederlandse Grondwet: https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vkugbqvdsswv/artikel_6_vrijheid_van_godsdienst_en

Pew Research Center. (2015, april 2). The Future of World Religions: Population Growth Prodections, 2010-2050. Opgeroepen op maart 2, 2020, van Pew Forum: https://www.pewforum.org/2015/04/02/religious-projections-2010-2050/

Recklessnutter. (2015, februari 6). Westermoskee Amsterdam – een impressie. Opgeroepen op januari 2, 2020, van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=4nOJjCpTcBw

Religious Matters. (2019). About. Opgeroepen op oktober 22, 2019, van Religious Matters in an Entangled World: https://www.religiousmatters.nl/about/

Rijnmond. (2010, december 17). Essalam-moskee in gebruik genomen. Opgeroepen op november 18, 2019, van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=9nm9Eb497Wg

Seegers, J. (2010, december 17). Grootste moskee West-Europa geopend in Rotterdam. Opgeroepen op november 4, 2019, van NRC.nl: https://www.nrc.nl/nieuws/2010/12/17/grootste-moskee-west-europa-geopend-in-rotterdam-a1461859

SGP wil einde aan dagelijkse gebedsoproepen vanaf minaretten. (2016, oktober 14). (NOS) Opgeroepen op januari 2, 2020, van NOS.nl: https://nos.nl/artikel/2137642-sgp-wil-einde-aan-dagelijkse-gebedsoproepen-vanaf-minaretten.html

Soetenhorst, B. (2019a, oktober 9). Blauwe Moskee wil met luidsprekers oproepen tot gebed. Mag dat? Opgeroepen op januari 3, 2020, van Het Parool: https://www.parool.nl/amsterdam/blauwe-moskee-wil-met-luidsprekers-oproepen-tot-gebed-mag-dat~b117fa0a/?utm_source=link&utm_medium=app&utm_campaign=shared%20content&utm_content=free

Soetenhorst, B. (2019b, oktober 20). Mogelijk al komende maand versterkte gebedsoproep Blauwe Moskee. Opgeroepen op januari 3, 2020, van Het Parool: https://www.parool.nl/amsterdam/mogelijk-al-komende-maand-versterkte-gebedsoproep-blauwe-moskee~b9f45150/?utm_source=link&utm_medium=app&utm_campaign=shared%20content&utm_content=free&referer=https%3A%2F%2Fwww.ad.nl%2Famsterdam%2Fhalsema-vindt-versterkte-

Tamimi Arab, P. (2015). “a minaret of light”: transducing the islamic call to prayer? Material Religion: The Journal of Objects, Art and Belief, 11(2), 136-163.

Tamimi Arab, P. (2017). Megamoskeeën. In O. Verkaaik, Gods Huis in de steigers: religieuze gebouwen in ontwikkeling (pp. 55-82). Amsterdam: Uitgeverij AUP.

Tamimi Arab, P. (2017, november 6). Moskee komt uit de kast, een recht voor iedereen. Opgeroepen op oktober 22, 2019, van Nieuwe Wij: https://www.nieuwwij.nl/opinie/moskee-komt-kast-recht-iedereen/

Tamimi Arab, P. (2017a). Amplifying Islam in the European Soundscape: Religious Pluralism and Secularism in the Netherlands. Londen: Bloomsbury Academic.

Tamimi Arab, P. (2017b, november 6). Moskee komt uit de kast, een recht voor iedereen. Opgeroepen op oktober 22, 2019, van Nieuwe Wij: https://www.nieuwwij.nl/opinie/moskee-komt-kast-recht-iedereen/

Tamimi Arab, P. (2018, juni 27). What does the story of one building tell us about the future of religion. Opgeroepen op oktober 22, 2019, van YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=gunssKR-jYg

Tamimi Arab, P. (2019, oktober 22). Religieuze geluiden in een liberale democratie. Opgeroepen op januari 4, 2020, van Religious Matters in an Entangled World: https://www.religiousmatters.nl/nl/gebouwen-afbeeldingen-en-objecten/article/religieuze-geluiden-in-een-liberale-democratie/

Verkaaik, O., & Tamimi Arab, P. (2016). Managing Mosques in the Netherlands: Constitutional versus Cultarist Secularism. Journal of Muslims in Europe(5), 251-268.

Vraag islam. (sd). Wat is het belang van de adhaan (de oproep tot gebed)? Opgeroepen op oktober 26, 2020, van Vraag islam: https://www.vraagislam.nl/oproep-tot-gebed/

Weijts, C. (2019, oktober 30). Azan aan de IJssel. Opgeroepen op januari 3, 2020, van NRC.nl: Opinie: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/10/30/azan-aan-de-ijssel-a3978484

Om het omstredene van de versterkte azan echt te begrijpen is veel kennis nodig. Het is van belang dat de leerlingen dezelfde taal spreken, voordat zij hun onderbouwde mening geven. Bij dit onderwerp is door Omstreden Zaken gekozen voor een theoretische benadering aan de hand van concepten.