Lesmodule Gebouwen Theoretische uitleg voor docenten Samen door één (kerk)deur Hoofdstuk uit nog te publiceren dissertatie ‘’Tussen erfgoed en eredienstEredienst Een eredienst verwijst naar een ceremoniële of rituele bijeenkomst die wordt gehouden binnen religieuze gemeenschappen. Tijdens een eredienst komen aanhangers van een bepaalde religie bij elkaar om te aanbidden, te bidden, lezingen te horen, liederen te zingen en andere religieuze handelingen uit te voeren. Deze diensten zijn bedoeld om spirituele verbondenheid te bevorderen, geloofsgemeenschappen te versterken en een gevoel van gemeenschap onder gelovigen te bevorderen.. Meervoudig gebruik van vier monumentale stadskerken’ van Elza Kuijk, Universiteit Utrecht De Oude Kerk in Amsterdam is al meer dan 700 jaar een plek waar verschillende groepen mensen elkaar ontmoeten. Al die groepen hadden en hebben een eigen band met het gebouw. De manier waarop de Oude Kerk de historie heeft doorstaan is te lezen in de leerlingentekst Een stormachtige geschiedenis. Deze docententekst staat vooral stil bij de complexiteit van de hedendaagse situatie. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Oude Kerk wegens instortingsgevaar gesloten. Pas na een grondige restauratie zouden de deuren weer geopend mogen worden. Maar de geloofsgemeenschap die op dat moment eigenaar was van het pand kon zo’n grootschalige restauratie onmogelijk betalen. Daarom werd er een stichting opgericht: Stichting de Oude Kerk. Die is vanaf 1955 verantwoordelijk voor het kerkgebouw. Wel zou het kerkgebouw beschikbaar blijven voor de kerkelijke gemeente, met name voor de erediensten. De afspraak is dat het middenschip, het hoogkoor en de daartussen liggende ruimte, de viering altijd beschikbaar en bereikbaar blijven voor de Oudekerkgemeente. plattegrond van de Oude Kerk, getekend door Justus Vingboon and Nicolaes Listingh (bron: Wikimedia Commons) De oorspronkelijk katholieke Oude Kerk is ontworpen voor de katholieke liturgie. Het belangrijkste ritueel van de katholieke eredienst vindt plaats op het hoogkoor, waar het belangrijkste altaar staat. Het hoogkoor was toen alleen bestemd voor geestelijken. Het gewone volk verrichtte de eigen religieuze handelingen voornamelijk bij andere altaren in het kerkgebouw. In veel protestantse kerken staat het preekgestoelte centraal, maar in de Oude Kerk worden nu voor de eredienst weer het middenschip, de viering en het hoogkoor gebruikt. Die keuze is gemaakt om bij het huidige gebruik van de kerk de lichtval, akoestiek en bewegingbeweging Een beweging is een groep mensen die ernaar streeft om bepaalde heersende meningen en opvattingen te veranderen. optimaal te benutten. Daardoor wint de liturgie aan kracht. Maar deze kracht raakt in het gedrang bij enkele van de tentoonstellingen. Het hoogkoor (Foto: Elza Kuyk) In 2016 kreeg de Oude Kerk de status van museum. Het inrichten van de tentoonstellingen wordt sindsdien professioneel aangepakt. Als kunstinstelling heeft Stichting de Oude Kerk een specifieke benadering; de stichting nodigt een kunstenaar uit om een kunstwerk te maken speciaal voor de Oude Kerk, met gebruikmaking van de mogelijkheden die de ruimte biedt. Dit soort maatwerk heet ‘slow curating’. Kunstenaars verblijven soms ter voorbereiding langere tijd in een van de aan de Oude Kerk verbonden huisjes om het gebouw en de omgeving te leren kennen. In de leerlingentekst Samenwerking in de praktijk zijn enkele voorbeelden te zien van het type tentoonstellingen. De Oude Kerk doet niet alleen dienst als kerk en museum maar heeft van oudsher ook een buurtfunctie, en het monumentale pand heeft voor de gemeente Amsterdam grote historische waarde. Door de veelzijdigheid aan functies en de diversiteit van de gebruikers door de eeuwen heen is het niet mogelijk dat een bepaalde groep de kerk opeist. In de praktijk betekent dit balanceren, want de verschillende gebruikersgroepen hebben ook botsende belangen. Zo is uit onvrede over het beleid rond tentoonstellingen in 2018 de Stichting tot Behoud van de Oude Kerk opgericht, die zich inzet om vooral de monumentale waarde van de kerk zelf te behouden. En op zondagochtend staat iemand van de kerkgemeente bij de deur om erop toe te zien dat met de kerkgangers geen museumbezoekers naar binnen gaan; die hebben pas later op de zondag toegang en moeten voor een bezoek aan de kerk entree betalen. Bij iedere nieuwe tentoonstelling geeft de directeur van de Stichting de Oude Kerk een toelichting aan de Oudekerkgemeente. Op die manier krijgen de gemeenteleden de mogelijkheid een reactie te geven. Daarnaast worden in de liturgie wekelijks actuele mededelingen afgedrukt. Er is dus samenwerking en men is bereid om rekening te houden met elkaar. Toch kunnen keuzes en handelingen van de ene bezoekersgroep onbedoeld emoties oproepen bij de andere. Dit is goed zichtbaar bij de momenten van ‘slight offense’ rond het kerkmeubilair. Zo’n moment van onbedoeld schenden van de regel maakte onderzoeker Elza Kuyk mee toen bezoekers van een ochtendconcert vrijmoedig plaatsnamen in de preekstoel. Nergens stond expliciet vermeld dat dit verboden was, en het stel had geen kwaad in de zin. Maar toch voelde het vreemd. Was tijdens museumuren het kerkelijk meubilair hetzelfde als al het andere meubilair? Of bleef er een soort verboden tintje hangen aan sommige onderdelen van het interieur? Achterzijde van de preekstoel (Foto: Elza Kuyk) Andersom gebeurde hetzelfde. Tijdens de tentoonstelling van Christian Boltanski (na/after, met de jassen), haalde de Oudekerkgemeente een aantal jassen netjes van de stoelen, omdat zij die stoelen nodig hadden voor hun dienst. Het waren tenslotte de stoelen die zij altijd gebruikten. Was dit misschien een aantasting van de kunst? Een groep wetenschappers uit het buitenland, die met Elza Kuyk door diezelfde tentoonstelling liepen, reageerde verbaasd op de vraag of zij op de stoelen zouden gaan zitten die waren opgesteld als installatie in het hoogkoor. Zij vonden dat dit echt niet kon. De Oude Kerk in Amsterdam is een prachtig gebouw met een rijke geschiedenis en een levendig heden. Dat heden brengt uitdagingen met zich mee. Zowel de tentoonstellingen als de erediensten zijn site-specifiek, en wederzijds respect is een noodzaak. Want beide zijn nodig om de ziel van de kerk voor de komende eeuwen in leven te houden. Meervoudig gebruik van kerkgebouwen Het meervoudig gebruik van een monumentaal kerkgebouw is niet uniek voor de Oude Kerk in Amsterdam. Inmiddels worden kerkgebouwen veelvuldig voor uiteenlopende bijeenkomsten gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan de noodzaak van grote ruimtes als stemlokaal in maart 2021; door de coronapandemie waren veel van de gebruikelijk stemlokalen niet geschikt en week men uit naar kerkgebouwen. De geloofsgemeenschappen die eigenaar zijn van een monumentaal kerkgebouw kunnen niet meer alleen van hun eigen bijdragen het onderhoud betalen. Ze verhuren de kerk voor extra inkomsten. Dat doen ze zelf of dat laten ze doen. Soms verkopen ze het kerkgebouw. Ze doen dan helemaal afstand van het kerkgebouw of ze kiezen voor een tussenvorm. Bij die tussenvorm regelt de geloofsgemeenschap met een exploitant of de nieuwe eigenaar dat ze het kerkgebouw kunnen blijven gebruiken voor de erediensten. Als een kerkgebouw voor allerlei verschillende doeleinden wordt gebruikt, dan hebben de gebruikers meestal geen last van elkaar omdat ze lang niet altijd tegelijkertijd in het kerkgebouw zijn. Soms worden gebruikers echter wél met de aanwezigheid van anderen geconfronteerd, bijvoorbeeld door de objecten die gebruikers (meestal tijdelijk) in het kerkgebouw achterlaten. Geloofsgemeenschappen moeten vaak meer van hun eigen benodigdheden voor de eredienst/liturgie opruimen dan ze gewend waren. Nieuw kan ook zijn, dat andere gebruikers iets ‘doen’ met het religieuze karakter van het kerkgebouw, bijvoorbeeld in performances. Er komt een wisselwerking op gang tussen al die vormen van gebruik. Wat voor wisselwerking dat is valt niet altijd te voorspellen. Soms zie je als bezoeker niet direct of er wel of niet vormen van religieus gebruik zijn en zo ja, wat voor vorm van religieus gebruik dat dan is. Je kunt op zoek naar aanwijzingen daarvoor in het kerkgebouw en nader onderzoek doen. Voor een geloofsgemeenschap verandert de beleving van het kerkgebouw als ze het kerkgebouw niet meer als enige gebruiken. Een groep leerlingen kan kijken wat ze te weten kunnen komen over dergelijke dynamiek in een monumentaal kerkgebouw in de eigen woonplaats of in de meest nabije stad.